Het SURFnet-netwerk is nooit af. Als Productmanager Netwerkdiensten bezoek ik regelmatig hoger onderwijs- en onderzoeksinstellingen om te bespreken met welke uitdagingen rondom connectiviteit zij te maken hebben. Door te weten wat er speelt, kunnen we het toekomstige netwerk tijdig voorbereiden op nieuwe ontwikkelingen. Vandaag ben ik in gesprek met Hogeschool Utrecht over Infrastructure as a Service.
Zes hogescholen, waaronder de Hogeschool Utrecht, ontwikkelen samen een model om Infrastructure as a Service (IaaS) af te nemen van SURF, binnen het KUBUS project. Op dit moment vallen de servers en storage nog onder eigen beheer. Door deze infrastructuur uit te besteden, hopen de hogescholen hun schaalgrootte in te kunnen zetten om kostenreductie te bewerkstelligen.
Waarom willen de hogescholen naar IaaS toe?
Gerard Verwoolde, ICT-adviseur bij de Hogeschool Utrecht: “Nu dragen alle zes de hogescholen, ieder voor zich, de zorg over een fors aantal servers en storage. Door dit gezamenlijk uit te besteden, zouden we de kosten kunnen drukken. Daarmee ‘ontzorgen’ we de instellingen. Goede specialisten zijn moeilijk te vinden en waarom zouden we allemaal dezelfde specialisten willen aantrekken, als we ze ook kunnen delen?
Het klinkt zo logisch, dat ik me onwillekeurig afvraag waarom de samenwerking niet eerder van de grond kwam”, stelt Verwoolde. Het is nu technisch mogelijk om die datacentra centraal neer te zetten dankzij het snelle SURFnet-netwerk. Vandaag de dag is een 10 Gbit’s-aansluiting op SURFnet al normaal. Sommige instellingen hebben zelfs al een 100 Gbit’s-aansluiting. Dan maakt het eigenlijk niet meer uit waar het datacentrum staat.
Hoeveel vertrouwen hebben de hogescholen in de veiligheid van IaaS?
Uitbesteden betekent een deel van de controle uit handen geven. Levert IaaS onder de hogescholen geen zorgen op over de veiligheid van gevoelige onderzoeksdata of studentgegevens? Natuurlijk, al gelooft Verwoolde dat we in Nederland met SURF en de CERTs in een goede positie zitten.
” SURFcert heeft een prachtige ‘wasstraat’ om een datastroom van alle kanten te bekijken en te ontdoen van ellendige dingen als virussen. Dat is één van de redenen dat wij zeggen: als we voor IaaS kiezen, willen we het doen onder de vlag van SURF. SURF kan natuurlijk wel een partij kiezen die het voor hen beheert, maar het valt nog steeds onder SURF.”
Om dezelfde reden slaat de HU vertrouwelijke data ook op via SURFdrive. “Dat is een bewuste keuze,” zegt hij. “Op SURFdrive blijven de gegevens onder de Nederlandse wetgeving hangen. Er zitten best heel veel aspecten aan IaaS waarmee je rekening moet houden. Onder de SURF-vlag kunnen we al die zaken zelf regelen, maar wel gezamenlijk.”
Wat kan SURFnet nog meer doen?
In het kader van de toenemende flexibilisering in het hoger onderwijs vindt Verwoolde dat SURFnet meer reclame zou mogen maken onder eindgebruikers. “SURFnet heeft één van de snelste researchnetwerken ter wereld, maar een gemiddelde student of docent weet nauwelijks wat SURFnet is. In de onderwijswereld van vandaag werkt de docent bijvoorbeeld vanuit huis, en zit de student misschien vanuit een koffiebar zijn onderwijs te volgen. Dan is het toch belangrijk dat er enig zicht is op wat er nodig is om de achterliggende infrastructuur realiseren.” Hij maakt een vergelijking met goed kraanwater. Ook dat vinden we in Nederland vanzelfsprekend, maar alleen omdat algemeen bekend is dat het water bij ons gefilterd en prima drinkbaar is. “SURFnet mag best meer benadrukken hoe veilig en betrouwbaar het netwerk voor de eindgebruikers is.”
Laat een bericht achterLeave a Reply