Werkt het referentiemodel Onderwijslogistiek in de praktijk?

Kort voor de zomervakantie van 2017 is een eerste versie van het Referentiemodel voor onderwijslogistiek voor flexibel onderwijs verschenen. Dit model helpt instellingen inzicht te krijgen in de samenhang tussen onderwijs en onderwijsondersteuning bij flexibel onderwijs, waarbij de student journey het vertrekpunt is. In de learning community Onderwijslogistiek zijn 4 instellingen met dit nieuwe model aan de slag gegaan. En wat blijkt: het werkt!

Van feedback op model naar testen in praktijk

Samen met Gert Idema, voormalig voorzitter van de SIG Onderwijslogistiek, heb ik op de HO-link en meer recent op de SURF Onderwijsdagen het model toegelicht. Dit leidde tot positieve feedback, maar het referentiemodel had zich nog niet bewezen in de praktijk. Van oktober 2017 tot en met januari 2018 hebben wij dit in de learning community Onderwijslogistiek onderzocht. In deze blog beschrijf ik met welke vraagstukken de instellingen aan de slag zijn en waarbij we het model als hulpmiddel hebben toegepast. Dit leidde tot inzicht in de belangrijkste toepassingsmogelijkheden van het model; daarover straks meer.

Referentiemodel onderwijslogistiek voor flexibel onderwijs

Vraagstukken van 4 instellingen

In de learning community hebben we het referentiemodel uitgedaagd met vraagstukken van 4 instellingen:

  • bij de OU is gekeken naar de organisatorische gevolgen van flexibilisering van het onderwijs voor de onderwijsinformatievoorziening
  • bij de VU is verkend wat hefbomen zijn voor flexibilisering van het onderwijsaanbod in het universiteitsbrede domein ‘Human Health and Life Sciences’
  • bij de HAN is gewerkt aan de opzet van een project voor ontwerp en implementatie van de digitale onderwijscatalogus
  • bij Saxion Hogeschool is geïnventariseerd hoe de ervaringen van Saxion Parttime School met flexibel onderwijs van waarde zijn voor het voltijdonderwijs.

3 belangrijkste toepassingsmogelijkheden

De vraagstukken van deze 4 instellingen raakten alle kwadranten van het referentiemodel (zie afbeelding). De conclusie die we na het afronden van de learning community hebben getrokken is dat het referentiemodel veel toegevoegde waarde heeft. Dit uit zich in de volgende 3 belangrijkste toepassingsmogelijkheden.

1. Het referentiemodel als diagnose-instrument
De kwadranten en aspecten van het referentiemodel zijn goed te gebruiken om een onderwijslogistiek vraagstuk van een instelling te diagnosticeren. Bijvoorbeeld door te kijken welke aspecten van het model domineren of welk kwadrant onderbelicht blijft. Hiermee kan een actueel vraagstuk op het gebied van onderwijslogistiek worden geconcretiseerd in aandachtspunten om mee aan de slag te gaan. En dat helpt bij het maken van bijvoorbeeld een programmaplan.

2. Het referentiemodel als verbindende schakel tussen onderwijs en onderwijsondersteuning
Een belangrijk principe achter het referentiemodel is dat onderwijslogistiek een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van onderwijs en onderwijsondersteuning. Het model nodigt (en daagt) uit om met vertegenwoordigers uit beide werelden aan de slag te gaan. Dat werkt en zorgt tegelijk voor versnelling. Het referentiemodel is een goed vertrekpunt om met elkaar in gesprek te gaan.

3. Het referentiemodel als checklist bij een procesmatige aanpak in kleine stapjes
Flexibilisering van het onderwijs leidt tot een situatie waarin onderwijs en onderwijsondersteuning samen moeten optrekken. De digitale onderwijscatalogus is daar een goed voorbeeld van. Meestal bestaan binnen een onderwijsinstelling geen werkafspraken voor dit ‘samen optrekken’. Het is vaak zoeken naar de juiste collega’s en naar de afbakening van de eerstvolgende stap die gezet kan worden. Het referentiemodel biedt houvast bij het selecteren van betrokkenen en helpt bij het maken van gezamenlijke afspraken over de te zetten stappen binnen de onderwijslogistieke keten.

Werkwijzer onderwijslogistiek

De ervaringen van de learning community worden momenteel gebundeld in een werkwijzer. Deze bevat naast een uitgebreide toelichting op het model, ook een beschrijving van de 4 casussen van de instellingen uit de learning community. De werkwijzer bevat praktische informatie waar andere instellingen zelf mee aan de slag kunnen en inspiratie uit kunnen halen. Wil je de werkwijzer ontvangen als deze gereed is? Stuur dan een e-mail naar onderwijsinnovatie@surf.nl. De uitgave zal in maart beschikbaar zijn.

Direct zelf aan de slag?

In afwachting van de werkwijzer, is het referentiemodel ook prima te gebruiken om het gesprek aan te gaan over de samenhang tussen onderwijs en onderwijsondersteuning binnen je eigen instelling. De pdf bevat ook de losse elementen van het model zodat je in spelvorm aan de slag kunt. Heb je daar vragen over? Neem dan gerust contact op!

Over de auteur

Marcel van Bockel is senior adviseur onderwijs bij Twynstra Gudde. Vanuit zijn bedrijfskundige achtergrond is hij veel bezig met organiseervraagstukken binnen onderwijsinstellingen. Onderwijslogistiek, flexibilisering van onderwijs en ICT vormen daarbij een rode draad. Marcel heeft onder andere gewerkt aan het Referentiemodel voor onderwijslogistiek voor flexibel onderwijs in opdracht van SURF.

Marcel van Bockel

Auteur

Reacties

Dit artikel heeft 0 reacties